In NL

Gepubliceerd op 28 september 2024 om 22:34

Een paar jaar geleden had ik nooit kunnen bedenken wat mij zou overkomen: dat ik uiteindelijk in Nederland zou belanden. Ik wilde wel emigreren, maar dan naar een land waarvan ik de taal al sprak. Toch ben ik per toeval in Nederland terechtgekomen.

Ik kwam naar Nederland vanwege persoonlijke omstandigheden, waarbij dit land de enige optie bleek te zijn. Mijn kennis over Nederland was toen heel beperkt. Ik wist slechts dat het een klein land onder de zeespiegel was, vol met koeien en met een knappe koning.

De eerste dag arriveerden we bij het huis waar we voor een paar maanden zouden verblijven, aan de Croeselaan in Utrecht. Het was 14:00 uur. Buiten was het zo stil dat ik het gevoel had dat de stad verlaten was.

Maar rond 16:30 veranderde alles. Plotseling waren er overal fietsen! Het leek alsof iemand een mierennest verstoord had. Ik vroeg me af: waar komen ze allemaal vandaan? Waar gaan ze naartoe? De stad was leeg omdat iedereen op zijn werk was, en nu kwamen ze allemaal tegelijk terug. "Werkt echt iedereen in Nederland?" dacht ik. "Wat vreemd!"

Ik kom uit een land waar altijd mensen op straat zijn, of ze nu werken of niet. Hier leek iedereen een fiets te hebben en een rugtas te dragen. Ik vroeg me af: wat zit er toch in die tassen? Later begreep ik dat ze gevuld waren met een banaan, een boterham en soms een paprika.

Wat ik nog vreemder vond, was dat iedereen een soort lichte glimlach op zijn gezicht had, alsof iedereen gelukkig was. Niemand schreeuwde, niemand leek boos, en er waren geen ruzies…

Een keer nam ik een overvolle bus, maar er heerste zo’n ongelooflijke stilte, alsof alle passagiers hun stem waren kwijtgeraakt. Geen getoeter, zelfs de auto’s leken stil en braaf. Je hoorde niet eens het geluid van hun motoren.

In elke buurt was er een speeltuin. Bijna altijd leeg. Ik vroeg me af waarom er zoveel geld werd geïnvesteerd in speeltuinen waar niemand lijkt te spelen. Bij ons zou er een lange wachtrij zijn bij de schommel, en als het iets langer duurde, zou het veranderen in een veldslag vol kinderen en moeders die elkaar uitschelden.

Buiten was alles overal schoon, maar binnen kan dat soms een ander verhaal zijn. Nederlanders lijken hun tijd liever aan nuttigere dingen te besteden dan aan schoonmaken.

Honden blaffen ook niet zomaar. Eenden en  duiven in de buitenlucht schrikken niet van mensen; ze lopen gewoon rustig mee op straat.

Als je een baby hebt, wordt hij de mascotte van iedereen. Mensen zijn zo lief voor je baby: ze lachen naar hem, spelen met hem, praten tegen hem. Bij ons hoor je eerder opmerkingen als: “Kun je die kakkerlak van je even in de gaten houden?” of “Kijk even uit voor dat kikkervisje!”. Een baby of kind hebben wordt soms gezien als het hebben van een klein monstertje.

Over baby’s gesproken, hun baby’s zijn zo mooi dat je er wel honderd van zou willen! Een keer zag mijn oudste een baby toen hij drie jaar oud was. Hij vond hem zo mooi en schattig dat hij vroeg of hij een broertje mocht. Ik zei: “Maar we hebben al een baby, toch?” Hij antwoordde: “Welke?” Ik wees naar zijn broertje in de kinderwagen. Hij keek er minachtend naar en zei: “Die vind ik niet mooi. Ik wil zo’n baby!” Tsja… ik heb blijkbaar niet de goede genen.

Ze zijn zo gestructureerd dat je je soms afvraagt: zijn het echte mensen of eerder geprogrammeerde robots? Alles gaat volgens de klok en de agenda. Om precies 18:00 uur is het tijd voor het avondeten. Als je toevallig om die tijd bij hen aanbelt, mag je echt niet naar binnen, laat staan mee-eten.

Ik heb trouwens alle Jehova’s Getuigen die bij mij aan de deur kwamen uitgenodigd voor een kopje koffie of thee. Ik denk dat ik de enige ben die dat doet in Nederland — en dan ben ik moslim !

Kinderen liggen hier om 18:00 uur klaar in bed. Mijn kinderen waren de enigen die nog tot 20:00 uur wakker waren. Ik deed de ramen dicht uit angst dat iemand Veilig Thuis zou bellen, gewoon omdat ze nog niet sliepen.

’s Ochtends op het werk barsten de Nederlanders al van de energie, ik ben nog niet wakker. Ze beginnen te praten in zo’n tempo alsof ze al uren aan het kletsen zijn. Nog vreemder: ze kleden zich doodleuk uit op kantoor. Geen zorgen, gelukkig hebben ze allemaal een broek aan onder hun “regen”broek.

En om 12:00 uur is het pauze, altijd. Ze zijn zo precies geprogrammeerd dat hun werk als bij toeval precies op dat tijdstip af is. Ga je met ze lunchen, dan zie je dat ze allemaal dezelfde lunch hebben, ongeacht leeftijd of geslacht: een boterham met kaas en een liter water. Zelfs hun lunchboxen en drinkflessen zijn allemaal van hetzelfde merk: Mepal. En denk maar niet dat iemand spontaan zegt: “Zullen we bij de Turkse shoarma gaan eten?” Vergeet het maar — droge boterhammen met kaas it is.

Een keer zat ik te lunchen met een paar collega’s, en er was ook een andere buitenlander aanwezig. Ze zei dat Nederlanders niet kunnen koken, dat ze geen variatie kennen en niet weten hoe ze moeten innoveren in de keuken en zeker niet in boterham. Ze vertelde dat in haar land brood belegd wordt met groenten, eieren, vlees, enzovoort, ze heeft het netjes in 15 minuten uitgelegd. Maar naarmate het gesprek verder ging, schakelden ze over naar economie en politiek. Diezelfde collega begon te klagen dat het economisch niet goed ging in haar land. Toen antwoordde een Nederlandse collega, rustig haar droge bruine boterham met kaas etend: “Toen jullie nog broodjes met allerlei beleg maakten, waren wij hier hard aan het werk om van Nederland een sterk land te maken.”

’s Middags eten ze hun overrijpe, bruine banaan of een verschrompelde appel. Nu weet ik dus eindelijk wat er in die Fjällräven rugtassen zit! En als het tijd is om naar huis te gaan, dan is het ook echt tijd. Geen overwerk, geen geklets bij de deur. Ze gaan direct naar huis, zonder omwegen of spontane plannen. Zelfs zoiets simpels als slippers kopen staat netjes op de agenda en op uitgave van het jaar. 

 

In de loop der jaren raakte ik gewend aan het leven in Nederland. Ik vond het fantastisch en leerde stap voor stap de Nederlandse taal. Ook maakte ik kennis met de Nederlanders, een geweldig volk. Ze zijn praktisch, functioneel en vooral heel vriendelijk. Hoewel ze soms koud en ongastvrij lijken, zijn ze in werkelijkheid ontzettend behulpzaam.

Helaas heb ik een vreselijke situatie meegemaakt, maar dankzij de steun en hulp van de Nederlanders merkte ik daar nauwelijks iets van.

M.G

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb